Algemene Voorwaarden Uiterlijke Verzorgingsbranche
AV CZ/90 december 2009

 

 

Bron: Pro-voet

Deze Algemene Voorwaarden van ANBOS, ANKO en Pro-Voet zijn tot standgekomen
in overleg met de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep
Zelfreguleringsoverleg (CZ) van de Sociaal-Economische Raad en treden in werking
per januari 2010. De CZ stelt het op prijs indien zulks bij een citaat uit deze Algemene
Voorwaarden vermeld wordt.
2
ARTIKEL 1 - Definities 3
ARTIKEL 2 - Toepasselijkheid 4
ARTIKEL 3 - Totstandkoming van de overeenkomst 4
ARTIKEL 4 - Verplichtingen van de ondernemer 4
ARTIKEL 5 - Verplichtingen van de consument 4
ARTIKEL 6 - Betaling 4
ARTIKEL 7 - Aansprakelijkheid 5
ARTIKEL 8 - Klachten 5
ARTIKEL 9 - Geschillenregeling 5
ARTIKEL 10 - Nakomingsgarantie 6
ARTIKEL 11 - Wijzigingen 6
ARTIKEL 12 - Afwijkingen 6
3
ARTIKEL 1 - Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die geregistreerd is
bij zowel het HBA als bij de Stichting
Geschillencommissie Consumentenzaken, zich al
dan niet georganiseerd heeft via een van de
brancheorganisaties ANBOS, ANKO of ProVoet,
en actief is in de uiterlijke verzorgingsbranche;
HBA: Hoofdbedrijfschap Ambachten te Zoetermeer
ANBOS: Algemene Nederlandse Brancheorganisatie
Schoonheidsverzorging te Utrecht;
ANKO: Koninklijke Algemene Nederlandse
Kappersorganisatie te Huizen;
ProVoet: Landelijke Organisatie voor de
Voetverzorger/Pedicure ‘ProVoet’ te Veenendaal;
Consument: de natuurlijke persoon die, anders dan in de
uitoefening van zijn beroep of bedrijf, gebruik
maakt van de diensten van een aangesloten
ondernemer in de uiterlijke verzorgingsbranche;
Overeenkomst: de overeenkomst voor een behandeling, en/of
levering van producten, op het gebied van de
uiterlijke verzorging;
Uiterlijke verzorgingsbranche: het kappersbedrijf, schoonheidsverzorgingsbedrijf
of voetverzorgingsbedrijf;
Kappersbedrijf: het bedrijf van het knippen of anderszins
behandelen van het hoofdhaar;
Schoonheidsverzorgingsbedrijf: het bedrijf dat behandelingen verricht die gericht
zijn op de verzorging van de huid en het uiterlijk
van mensen uit schoonheidsoogpunt;
Voetverzorgingsbedrijf: het bedrijf dat behandelingen verricht die gericht
zijn op de verzorging van de voet, voethuid en
nagels, mede uit oogpunt van voorkoming van
voetklachten;
Geschillencommissie: de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging,
Bordewijklaan 46, Postbus 90600, 2509 LP Den
Haag;
Branchecodes: De codes van het schoonheidsverzorgingbedrijf,
kappersbedrijf of voetverzorgingsbedrijf,
respectievelijk de ‘Code van de
schoonheidsspecialist’, ‘Code van de kapper’ en
‘Code van het voetverzorgingsbedrijf.
4
ARTIKEL 2 - Toepasselijkheid
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op de totstandkoming en uitvoering
van alle overeenkomsten in de uiterlijke verzorgingsbranche tussen de ondernemer en
de consument.
ARTIKEL 3 - Totstandkoming van de overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand nadat de consument gevraagd heeft om een
behandeling en de ondernemer aangegeven heeft die behandeling uit te zullen
voeren.
2. Voorafgaand aan of bij de aanvang van elke behandeling of reeks behandelingen
dient de ondernemer de consument te informeren over de ter zake geldende prijs.
Bij een reeks behandelingen zal de afgesproken prijs niet tussentijds worden
verhoogd.
3. De annuleringsvoorwaarden, voor zover van toepassing, worden kenbaar gemaakt
aan de klant voordat de overeenkomst tot stand komt.
4. In geval de consument wegens overmacht verhinderd is de gemaakte afspraak na
te komen, kunnen geen kosten in rekening worden gebracht.
ARTIKEL 4 - Verplichtingen van de ondernemer
1. De ondernemer staat ervoor in dat de door hem verrichte werkzaamheden
beantwoorden aan de overeenkomst en worden uitgevoerd met goed en zorgvuldig
vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijke materialen en middelen.
2. De ondernemer licht de consument in over de aard en omvang van de
behandeling, de in redelijkheid te verwachten resultaten en de mogelijke risico’s
verbonden aan de behandeling. De ondernemer vraagt de consument naar
informatie die relevant is om de behandeling goed uit te kunnen voeren.
3. De ondernemer wordt geacht te werken volgens de geldende wet- en regelgeving
en stand der techniek, zoals deze onder andere zijn neerslag vindt in de ter zake
geldende branchecodes uitgegeven door het HBA.
4. De ondernemer zal geen handeling verrichten die buiten zijn beroepscompetenties
valt.
ARTIKEL 5 - Verplichtingen van de consument
1. De consument dient de ondernemer voor het aangaan van de overeenkomst op de
hoogte te stellen van eventuele specifieke wensen.
2. De consument heeft de plicht alle door de ondernemer gevraagde en
noodzakelijke informatie te verstrekken die deze voor een goede uitvoering van de
overeenkomst nodig heeft.
ARTIKEL 6 - Betaling
1. Betalingen aan de ondernemer dienen contant met een in Nederland algemeen
geaccepteerd betaalmiddel te geschieden. Contante betaling omvat ook
bijschrijving van het verschuldigde bedrag op een door de ondernemer aangegeven
bank- of girorekening op het tijdstip van de koop of levering of betaling door
middel van door banken erkende vormen van elektronisch betalen.
5
2. Bij een reeks behandelingen kan de ondernemer de consument verplichten tot een
vooruitbetaling van maximaal vijftig procent van de totaalprijs. Het resterende deel
van totaalprijs zal na voltooiing van de reeks behandelingen in rekening worden
gebracht.
ARTIKEL 7 - Aansprakelijkheid
1. De ondernemer is tegenover de consument aansprakelijk voor schade die het gevolg
is van een tekortkoming die aan de ondernemer of een persoon in zijn dienst dan
wel stagiaire is toe te rekenen.
2. De consument is tegenover de ondernemer aansprakelijk voor door de ondernemer
geleden schade die door een aan de consument toerekenbare tekortkoming is
veroorzaakt.
ARTIKEL 8 - Klachten
1. Het verdient sterke aanbeveling tekortkomingen per ommegaande na het ontdekken
of kunnen ontdekken daarvan schriftelijk dan wel elektronisch bij de ondernemer in
te dienen. Te lang wachten met klagen kan nadelige gevolgen hebben voor de
bewijspositie van de consument.
2. De ondernemer dient klachten afdoende te onderzoeken. De ondernemer zal
eventuele tekortkomingen zo mogelijk herstellen binnen een redelijke termijn,
tenzij zulks in verband met de omstandigheden in redelijkheid niet van hem kan
worden gevergd.
3. Als de klacht niet in onderling overleg naar tevredenheid kan worden opgelost,
ontstaat een geschil dat kan worden voorgelegd aan de Geschillencommissie.
ARTIKEL 9 - Geschillenregeling
1. Geschillen tussen consument en ondernemer over totstandkoming of de uitvoering
van de overeenkomsten, kunnen zowel door de consument als door de ondernemer
aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie
(www.degeschillencommissie.nl).
2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen,
indien de consument zijn klacht eerst bij de ondernemer heeft ingediend.
3. Nadat de klacht bij de ondernemer is ingediend, moet het geschil uiterlijk drie
maanden na het ontstaan daarvan bij de Geschillencommissie aanhangig worden
gemaakt.
4. Wanneer de consument een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is
de ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de ondernemer een geschil
aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de consument vragen
zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer
dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van de voornoemde
termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken.
5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van
het voor haar geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie
geschieden krachtens dat reglement bij wege van bindend advies. Het reglement
wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een
vergoeding verschuldigd.
6
6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is
bevoegd van geschillen kennis te nemen.
ARTIKEL 10 - Nakomingsgarantie
1. ANBOS, ANKO en ProVoet staan garant voor de nakoming van de bindende
adviezen door haar leden, tenzij het lid besluit het bindend advies binnen twee
maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen. Deze
garantstelling herleeft, indien het bindend advies na toetsing door de rechter in
stand is gebleven en het vonnis waaruit dit blijkt, in kracht van gewijsde is gegaan.
2. Tot maximaal een bedrag van € 7.500 per bindend advies, wordt dit bedrag door
ANBOS, ANKO of Provoet aan de consument uitgekeerd. Bij bedragen groter dan
€ 7.500 per bindend advies, wordt de consument dit bedrag uitgekeerd en voor het
meerdere word de consument aangeboden zijn vordering aan ANBOS, ANKO of
Provoet over te dragen, waarna deze organisatie op eigen naam de betaling daarvan
in recht zal vragen ter voldoening aan de consument.
3. ANBOS, ANKO of Provoet verschaffen geen nakomingsgarantie indien, voordat
ten behoeve van het in behandeling nemen van het geschil door de consument is
voldaan aan de daartoe bepaalde formele innamenvereisten (betaling klachtengeld,
retournering ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting),
van één van de volgende situaties sprake is:
- aan het lid is surséance van betaling verleend.
- het lid is failliet verklaard.
- de bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze situatie is de
datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een
eerdere datum, waarvan ANBOS, ANKO of Provoet aannemelijk kan maken dat de
bedrijfsactiviteiten feitelijk beëindigd zijn.
ARTIKEL 11 - Wijzigingen
ANBOS, ANKO en ProVoet zullen deze algemene voorwaarden slechts wijzigen in
overleg met de Consumentenbond.
ARTIKEL 12 - Afwijkingen
Individuele afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden, met inbegrip van individuele
aanvullingen, moeten schriftelijk dan wel elektronisch tussen de ondernemer en
consument worden vastgelegd. Afwijkingen zijn alleen mogelijk indien deze in het
voordeel van de consument zijn.

 

Hieronder een schema van hoe dit vanaf januari 2017 in zijn werk gaat

 

[IMG]

 

 Voorwaarden en webadres van de geschillencommissie.

 

Model geschillen artikel protocol overleg Algemene Voorwaarden
CZ/SER.
Bron: Pro-voet
1.
Geschillen tussen consument en ondernemer over de totstandkoming of uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze ondernemer te leveren of geleverde diensten en zaken,kunnen zowel door de consument als door de ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Uiterlijke verzorging, Bordewijklaan 46, Postbus 90600, 2509 LP DenHaag.
                www.degeschillencommissie.nl
2.
  Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de consument zijn klacht eerst bij de ondernemer     heeft ingediend.
3.
Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet de klacht uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de consument de klacht bij de ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Commissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.
4.
Wanneer de consument een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de ondernemer aan deze keuze gebonden.
Indien de ondernemer een geschil aanhangig wil maken, moet hij de consument schriftelijk of in een andere passende vorm vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de gewone rechter aanhangig te maken.
5.
De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar
geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie wordt desgevraagd toegezonden.
De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
6.
Uitsluitend de gewone rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Versie
140306

 

 

 

Ook zijn wij per 1 januari 2017 verplicht te Beschikken over een meldcode voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

 

Hieronder kunt u hierover meer informatie lezen en verkrijgen.

 

Bron:

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/inhoud/meldcode

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn professionals verplicht de meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring.

Meldcode in de wet

Het verplichte gebruik van een meldcode staat in de wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode geldt voor de sectoren:

  • gezondheidszorg;
  • onderwijs;
  • kinderopvang;
  • maatschappelijke ondersteuning;
  • jeugdhulp;
  • justitie.

De verplichting geldt niet voor vrijwilligersorganisaties. Deze organisaties mogen natuurlijk wel zelf een stappenplan opstellen.

Basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling

Iedere hulporganisatie en zelfstandige professional ontwikkelt een eigen meldcode. Daarin moeten in ieder geval de volgende 5 stappen staan:

  • Stap 1: In kaart brengen van signalen.
  • Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Of een deskundige op het gebied van letselduiding.
  • Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
  • Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd Veilig thuis raadplegen.
  • Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.

Als hulpmiddel heeft de overheid een basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld. Dit model kunt u gebruiken bij het ontwikkelen van een meldcode.  

Overige acties voor de organisatie

Naast de ontwikkeling van een meldcode moet een organisatie een aantal zaken regelen:

  • Verantwoordelijkheid

    Een organisatie moet benoemen wie de stappen moet doorlopen. Bijvoorbeeld een leerkracht die de signalen bespreekt met de zorgcoördinator van een school. Daarnaast moet de organisatie vastleggen wie eindverantwoordelijk is voor de beslissing om wel of geen melding te doen.
  • Kennis over bepaalde vormen van geweld

    Een organisatie moet aandacht besteden aan bijzondere vormen van geweld. Bijvoorbeeld vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld. Dit vergt van medewerkers extra kennis en vaardigheden.
  • Kindcheck instructies Om een kindcheck te kunnen uitvoeren hebben organisaties instructies nodig. Bij een kindcheck controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn en of ze veilig zijn. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. De overheid is bezig met een basishandleiding voor de kindcheck.
  • Omgang met vertrouwelijke gegevens

    Een organisatie moet vastleggen hoe medewerkers moeten omgaan met vertrouwelijke gegevens.
  • Verwijsindex risicojongeren

    De organisatie moet zijn medewerkers op de hoogte stellen van de meldingsprocedure voor de Verwijsindex risicojongeren. Dit geldt alleen voor organisaties die bevoegd zijn een melding te doen in dit systeem.

Toolkit: hulpmiddelen voor ontwikkelen meldcode

In de toolkit Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling staan verschillende hulpmiddelen. Een organisatie kan deze gebruiken om een meldcode in te voeren. Bijvoorbeeld een checklist voor managers en een standaardpresentatie. Maar ook achtergrondinformatie voor bepaalde doelgroepen en informatiemateriaal voor gemeenten.

Meldcode is geen meldplicht

Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties.

Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel of niet te melden, neemt de professional zelf. Het stappenplan van de meldcode biedt hierbij houvast.

Beroepsgeheim versus meldcode

Hulpverleners die hulp, zorg, steun of een andere begeleiding bieden, hebben vaak een beroepsgeheim. Hierdoor mag de hulpverlener geen informatie over de cliënt aan anderen geven. Behalve als de cliënt daarvoor toestemming geeft. De cliënt kan zich hierdoor vrij voelen om alles te vertellen.

Maar het kan in het belang zijn van de cliënt als een hulpverlener vertrouwelijke gegevens uitwisselt met anderen.

Daarom is in de wet meldcode een meldrecht voor huiselijk geweld opgenomen. Een meldrecht houdt in dat professionals met een beroepsgeheim (vermoedens van) huiselijk geweld mogen melden bij Veilig thuis. Ook zonder toestemming van de betrokkenen. 

Wijziging meldcode: verplicht registreren bij hulpverlening

De overheid wil de meldcode uitbreiden. Professionals hebben nu de keus tussen melden of hulp inroepen (stap 5). Als zij straks hulp inschakelen, moeten zij dit laten registreren bij Veilig Thuis. Hierdoor kan Veilig Thuis meldingen met elkaar in verband brengen en ingrijpen als dat nodig is. In de loop van 2016 wordt deze registratie-eis verder uitgewerkt en de wet aangepast.

Toezicht op meldcodes

Inspecties controleren of organisaties en zelfstandigen een meldcode hebben. En of zij het gebruik en de kennis daarvan bevorderen. Dit gebeurt door de:

  • Inspectie voor de Gezondheidszorg;
  • Onderwijsinspectie;
  • Inspectie Jeugdzorg;
  • Inspectie Veiligheid & Justitie.

Toezicht gemeenten op meldcode

Gemeenten houden toezicht op de sectoren maatschappelijke ondersteuning en kinderopvang. Voor gemeenten is dit een nieuwe taak. Daarom zijn een factsheet meldcode en een webinar wet meldcode voor gemeenten beschikbaar. Hierin staat informatie voor gemeenten over hun rol.

Toezicht gemeente alleen voor bepaalde organisaties

De verplichting om toezicht te houden op de maatschappelijke ondersteuning geldt niet voor alle organisaties. Het geldt alleen voor organisaties die maatschappelijke ondersteuning geven én waarmee de gemeenten een contractuele relatie of subsidierelatie hebben. Het factsheet en het webinar zijn op dit punt niet juist.

Daarnaast bepaalt de Wmo (officieel Wmo 2015) dat deze verplichting niet geldt voor leveranciers van woningaanpassingen of hulpmiddelen (artikel 3.3.).

Onderzoek en beoordeling meldcode

In 2015 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een kort onderzoek naar de meldcode uitgevoerd. Dit geeft inzicht in wat goed gaat en wat beter kan. In 2018 volgt een beoordeling van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Documenten

  • Kamerbrief over aanscherping werkwijze meldcode en Veilig Thuis

    Staatssecretaris Van Rijn (VWS) informeert de Tweede Kamer over het onderzoek naar de invulling van de voorgenomen...

    Kamerstuk: Kamerbrief | 29-03-2016

  • Rapportage onderzoek onder artsen naar de werking van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

    Rapport | 15-06-2015

  • Toolkit meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

    De overheid stimuleert managers en beroepskrachten een meldcode in hun organisatie in te voeren. De toolkit Meldcode huiselijk...

    Publicatie | 16-07-2015

  • De Meldcode bij (vermoedens van) eergerelateerd geweld

    Sinds 1 juli 2013 is de wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Vormen van eergerelateerd geweld vallen...

    Brochure | 01-06-2014

  • Toelichting bij Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling

    Toelichting bij Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling tussen...

    Rapport | 23-10-2014

  • Handleiding Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling

    Handleiding Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling tussen (geestelijke)...

    Rapport | 23-10-2014

  • De afspraken bij Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling

    De afspraken bij Model Samenwerkingsafspraken Informatie-uitwisseling in verband met aanpak kindermishandeling tussen...

    Rapport | 23-10-2014

  • Veelgestelde vragen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

    In deze brochure vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze...

    Brochure | 06-08-2013

  • Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

    Besluit | 18-03-2013

 

 

Aanvullende voorwaarden van Pedicure praktijk Lochem.
 

Het spreekt natuurlijk voor zichzelf dat u bij verhindering uzelf minstens 24 uur van
te voren telefonisch afmeld de desbetreffende behandeling kan dan in goed onderling overleg
verzet worden naar een later of ander tijds stip!

 

Bij het niet of niet tijdig afmelden en het niet nakomen van de gemaakte afspraak, kan en mag Pedicure praktijk Lochem

de voor u gereserveerde tijd als behandeling in rekening brengen.

Pedicure Praktijk Lochem behoudt zich tevens het recht voor om een tussentijdse prijsverhoging door te voeren, dit i.v.m de oplopende kosten. Uiteraard zal dit vooraf aan u gecommuniceerd worden.